Verbinding
Maatwerk
Deskundig

Wann machen wir eine Absprache?

Durven is goed, kennis van idioom is nog beter

Jouw Duitse relaties waarderen het als je Duits met ze spreekt. Als je dat goed doet, dan geeft je dat een voorsprong op andere buitenlandse concurrenten.
Gebruik je daarin verkeerd idioom, dan zal je Duitstalige gesprekspartner je dat vast willen vergeven. Maar het kan natuurlijk wel tot onbegrip leiden en enige hilariteit.
Daarom in het vervolg van deze blog enkele voorbeelden van zogenaamde "Stolpersteine" (hindernissen) veroorzaakt door "falsche Freunde". Die laatste zijn woorden en begrippen die in het Duits en Nederlands erg op elkaar lijken, maar die een andere betekenis hebben en soms tot hilariteit of onbegrip over en weer kunnen leiden. In vervolg op eerdere blogs over dit onderwerp bespreek ik vandaag wederom een paar voorbeelden. In latere blogs volgen er meer.

(sich) absprechen, Die Absprache

Een afspraak maken is in goed Duits einen Termin vereinbaren  of eine Verabredung/Vereinbarung treffen. Het Nederlandse zelfstandig naamwoord de afspraak is dus op verschillende manieren naar het Duits te vertalen. Bij zakelijke afspraken wordt meestal der Termin gebruikt. "Ik moet de afspraak met de tandarts tot woensdag uitstellen" is in correct Duits "Ich muss den Termin mit dem Zahnarzt auf Mittwoch verlegen". Bij de titelzin ben ik uitgegaan van een informele situatie met een bekende waarin je in het Nederlands zegt "Wanneer spreken we af?" In dat geval kan de zin naar het Duits vertaald worden met "Wann treffen/sehen wir uns?" Belangrijk daarbij is te beseffen dat het Duitse wann, zoals in de titelzin, gebruikt wordt bij de vraag naar een tijdstip. Veel Nederlanders maken de fout om wenn (als, indien) en wann te verwarren. Het Duits kent trouwens wel het zelfstandig naamwoord die Absprache. Dat heeft echter meer de Nederlandse betekenis van een overeenkomst. "Sie hatten offensichtlich eine geheime Absprache" ("Zij hadden blijkbaar een geheime overeenkomst"). Het werkwoord (sich) absprechen betekent dan ook met elkaar afspreken/overeenkomen. Dit werkwoord kent echter ook een heel andere betekenis. Een voorbeeld hiervan is de zin: "Sie sprach ihm jede Sachkenntnis ab"Hier is ontzeggen de Nederlandse betekenis van absprechen.

der Termin, die Frist

Nederlanders gebruiken nog wel eens de begrippen Termin en Frist door elkaar. Ein Termin betekent een afspraak op een bepaald tijdstip: "Wir hatten um 17.00 Uhr einen Termin." Die Frist wordt gebruikt om een bepaalde tijdsduur (periode) aan te duiden: "Die Frist ist abgelaufen" = "De termijn is verstreken."  Wanneer een Duitse zakenpartner u schrijft "Wir können Ihnen keine langere Frist gewähren" = "Wij kunnen u niet langer uitstel geven", dan begrijpt u dat u zich werkelijk zorgen moet gaan maken. Samenvoegingen met Frist kent het Duits ook. Zo is die Lieferfrist in het Nederlands de leveringstermijn en die Kündigungsfrist de opzegtermijn. Iemand op staande voet ontslaan is in het Duits jemanden fristlos entlassen. Kurz-, mittel- und langfristig betekenen in het Nederlands respectievelijk op korte, middellange en lange termijn.

Aan de hand van deze paar voorbeelden wordt duidelijk dat je makkelijk ins Fettnäpfchen treten kunt (een faux pas kunt begaan) of Stolpersteine (hindernissen) moet overwinnen in de Nederlands-Duitse communicatie. 


Volgende week wederom een nieuwe blog met daarin meer van soortgelijke aandachtspunten.


Wil je ook beter worden in zakelijk Duits?

Wil je liever een training volgen om dit soort fouten niet meer te hoeven maken als je met Duitsers communiceert in een telefoongesprek, een verkoopgesprek, via een presentatie of per e-mail? Kijk dan ook eens bij mijn trainingsaanbod. Ik bied altijd maatwerk, zodat je zeker weet dat je leert wat jij nodig hebt in jouw specifieke situatie.

Of neem meteen contact met me op.